Nieuwe KB’s zijn een feit

Ze zijn lang aangekondigd, er is veel over geschreven en er is vooral zeer hard aan gewerkt. Nu is er eindelijk witte rook, want de koninklijke besluiten rond de bekwame helper en de activiteiten uit het dagelijkse leven (ADL) en een aanpassing van het KB 1990 zijn in het Staatsblad gepubliceerd op 29 februari 2024.

Het KB over ADL bepaalt de concrete voorwaarden waaraan voldaan moet zijn om bepaalde activiteiten binnen de gezondheidszorg niet langer door verpleegkundigen, maar door niet-gezondheidszorgbeoefenaars te laten uitoefenen op een legale manier.

Het KB van de bekwame helper geeft dan weer een wettelijke context over de technische verpleegkundige handelingen die gedelegeerd worden naar een mantelzorger of bekwame helper. Het bevat een lijst van technische verstrekkingen en de voorwaarden voor de uitoefening ervan, net zoals de vereiste opleidingsvoorwaarden.

Tot slot werd ook het KB van 18 juni 1990 aangepast. Dit is een lijst met verpleegkundige handelingen die door een arts of tandarts aan verpleegkundigen worden toevertrouwd, net zoals de manier van uitvoeren en de kwalificatievereisten die nodig zijn om de handelingen te mogen uitvoeren. Dit KB kreeg een update.


Marc Van Bouwelen stopt als voorzitter TCV

Op 8 februari zwaaide Marc Van Bouwelen, Mavabo voor de vrienden, af als voorzitter van de Technische Commissie voor Verpleegkunde (TCV). Dit was meteen de laatste keer dat de TCV samenkwam, aangezien deze binnenkort samenvloeit met de Federale Raad voor Verpleegkunde (FRV). De Federale Raad geeft aan de minister advies over de algemene ontwikkeling van het beroep, de Technische Commissie over de handelingen van de verpleegkundigen.

Marc zetelde al in de TCV sinds 2001 en leidde de verpleegkunde door enkele woelige wateren. Daarin nam hij steeds een verbindende rol op, met een neutrale blik op de standpunten die op tafel lagen. Dit maakt dat hij zowel door alle leden als door de betrokken beroepsorganisaties zeer gerespecteerd werd.

Op de afscheidszitting had Marc voor elk lid van de TCV een cadeautje mee: een koffietas met de lamp van Florence Nightingale en TCV erop gedrukt. Zo attent is hij sinds zijn aanstelling als voorzitter in 2007 altijd geweest. Toen nam hij de fakkel over van Thierry Lothaire (FNIB, 2001-2007), die hem op zijn beurt overnam van Rene Tytgat (NVKVV 1995-2001). In de bijna vijftig jaar van de Commissie werden regelmatig verantwoordelijken van NVKVV als voorzitter verkozen.

Op professioneel vlak is Marc al enkele jaren met pensioen. Al valt daar in de praktijk niet veel van te merken. Hij blijft actief als verpleegkundige in een woonzorgcentrum, is vertaler voor het Koninklijk Legermuseum in Brussel, neemt zijn kleinkinderen op sleeptouw (of andersom) en is met het Rode Kruis op verschillende festivals te vinden.

Binnen onze beroepsorganisatie zet hij zich al jaar en dag, met hart en ziel, in als lid en secretaris van de Juridische Adviesgroep. Samen met professor Marc Sabbe (KU Leuven) en Defensie ontwikkelde hij ook de opleiding rampenmanagement. Niet geheel onlogisch als je weet dat hij jarenlang actief was als spoedverpleegkundige in het Stuivenbergziekenhuis (Antwerpen) en zijn kennis doorgaf in een aantal onderwijsinstellingen.

Vanuit NETWERK VERPLEEGKUNDE zijn we ontzettend dankbaar voor de onvermoeibare inzet van Marc en zijn sterke bijdrage aan de ontwikkeling van het verpleegkundige beroep. We zetten hem dan ook graag eventjes letterlijk in de bloemetjes. Bedankt, Marc!

De TCV wordt voortaan opgenomen in de FRV als een vaste werkgroep. Het werk is dus nog niet gedaan. Edgard Peters was als voorzitter van de FRV aanwezig op de laatste zitting van de TCV als zelfstandig orgaan. Hij beloofde alvast de leden onder zijn hoede te nemen wanneer de werkgroep verder vorm krijgt.


Gratis online carrière- en opleidingswijzer via Careēr

Meer dan 6.000 openstaande vacatures in zorg en welzijn. Dat vraagt gezamenlijke inspanningen. Daarom lanceren Vlaams minister Hilde Crevits, Vlaams Zorg- en Welzijnsambassadeur Candice De Windt en de sociale partners de volgende fase van Careēr. Het project bestaat uit meerdere campagnegolven per jaar om zoveel mogelijk Vlamingen te bereiken, van studenten tot zij-instromers. Zo is er voortaan de gratis carrière- en opleidingswijzer, die je online kan raadplegen.

Via care-er.be kan je een vragenlijst invullen over je interesses, studies, huidige werksituatie, … De tool oriënteert je dan naar een opleiding of job in de domeinen zorg en welzijn, en koppelt er meteen informatie over financiële tegemoetkomingen aan voor wie voor een knelpuntberoep kiest.

Niet toevallig wordt deze campagne nu gelanceerd, op het moment dat scholieren en studenten een studiekeuze maken. Candice De Windt: “Zij zijn volop bezig met de vraag: wat wil ik worden of doen in het leven? De komende weken en maanden zal Careēr hen via een uitgekiende campagne en boodschappen op maat prikkelen om na te denken over de vraag: ‘Zorg of welzijn, is dat iets voor mij?’ Want ook al zijn we heel blij met het stijgend aantal inschrijvingen in de opleidingen, we mogen nu niet op onze lauweren rusten.”

Daarnaast richt Careēr zich natuurlijk ook naar mensen die al aan het werk zijn, al dan niet in een andere sector. Daarom bundelt de website heel wat nuttige informatie over de zowat dertig zorg- en welzijnsberoepen, steunmaatregelen, opleidingen, vacatures, inleefmomenten, … Op basis van jouw interesses en vaardigheden zoekt de carrièrewijzer de loopbaan die bij je past.


Nieuwe cijfers actieve verpleegkundigen

De Planningscommissie brengt het aantal actieve Belgische verpleegkundigen tussen 2019 en 2021 in kaart met een nieuw rapport. Dit geeft een gedetailleerde beschrijving van de activiteit van de verpleegkundigen: leeftijd, geslacht, gewest, gemeenschap, diploma, activiteitssectoren en beroepsstatus.

In het rapport worden drie soorten beroepsbeoefenaars gedefinieerd:

  • Beroepsbeoefenaars gemachtigd om het beroep uit te oefenen (LTP): 223.624 in België, waarvan 133.779 in de Vlaamse Gemeenschap en 89.845 voor de Franse Gemeenschap.
  • Actieve beroepsbeoefenaars op de Belgische arbeidsmarkt: 153.167 actieve verpleegkundigen (68 procent van de LTP-groep) waarvan 78 procent als loontrekkende, 12 procent als zelfstandige en 9 procent die een activiteit als loontrekkende met een activiteit als zelfstandige combineerde.
  • Beroepsbeoefenaars actief in de Belgische gezondheidszorgsector: 134.413 verpleegkundigen (60 procent van de LTP-groep) werken in de gezondheidszorgsector.

Het volledige rapport raadpleeg je via http://www.health.belgium.be/hwf.


Toekomstagenda voor het werken in de zorg beschikbaar

De zorg wordt geconfronteerd met grote uitdagingen en veranderingen op vlak van organisatie, leiderschap, innovatie en digitalisering. Dat is de conclusie van het rapport Toekomstagenda voor het werken in de zorg. Het rapport is het resultaat van een historisch participatief traject met de sociale partners en de beroepsorganisaties, waaronder ook NETWERK VERPLEEGKUNDE, in navolging van een uitnodiging van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke.

De Toekomstagenda geeft een globaal en breed overzicht van de aspecten die raken aan de aantrekkelijkheid van het werken in de zorg, en vertrekt vanuit de beleving van het zorgpersoneel zelf. Het rapport omvat drie luiken:

  • Een omschrijving van vaststellingen op het terrein,
  • De reeds genomen maatregelen,
  • Mogelijke pistes van oplossingen.

“Het is een bijzonder lijvig document geworden. Dit is het resultaat van vele intensieve gesprekken”, zegt Ellen De Wandeler, algemeen coördinator van NETWERK VERPLEEGKUNDE. “We kijken tevreden terug. Voor het eerst in lange tijd werd een gemeenschappelijke visienota geschreven, wat historisch is en hopelijk ook duurzaam voor de toekomst. Het rapport biedt heel wat mogelijkheden om het beleid de komende jaren op te enten. Zeker voor wat betreft arbeidsvoorwaarden, recht op vorming, stagemogelijkheden, … Het is noodzakelijk om hier nu dringend mee aan de slag te gaan en zo tegemoet te komen aan de terechte verzuchtingen van verpleegkundigen.”

Raadpleeg het volledige rapport: https://www.netwerkverpleegkunde.be/file?fle=1356623&ssn=8563602ccfeef82d6e0c7534049e49210da0c68a


Dit moet je weten over de nieuwe Wet Patiëntenrechten

De Wet Patiëntenrechten dateert uit 2002 en zag het levenslicht om het recht op zelfbeschikking voor patiënten te garanderen. Dit jaar kreeg de wettekst een update, afgestemd op het huidige zorglandschap, meer vanuit een focus op kwaliteitsvolle zorg. Samen met de Kwaliteitswet is zo een kader voor patiëntenrechten gecreëerd. We leggen professor gezondheidsrecht Tom Goffin (UGent en voorzitter van de Federale Commissie Rechten van de Patiënt) jouw concrete vragen voor.

De zeven rechten in de Wet Patiëntenrechten kregen een opfrissing. Daarbij is aandacht besteed aan drie belangrijke pijlers. “Zo verankerden we patiëntenrechten in het belang van de wil, doelen en voorkeuren van de patiënt”, zegt professor Tom Goffin. “Ook de patiënt als copiloot in zijn zorg is sterker verankerd, net zoals patiëntenrechten door de patiënt. Zo bepaalt hij zelf wie aanwezig mag zijn bij het zorgproces. De vernieuwde wet is een aanvulling op de algemene kwaliteitsvereisten en bepalingen rond risicovolle verstrekkingen die in de Kwaliteitswet zijn opgenomen. Patiëntenrechten gaan namelijk veel verder dan wat in deze nieuwe wettekst staat. Ze moeten samen met de Kwaliteitswet ingebed worden. Daarnaast bestaat er nog heel wat meer om de kwaliteit van zorg voor patiënten te waarborgen. Denk maar aan de accreditering, het Fonds Medische Ongevallen, sensibiliseringscampagnes, de ziekenhuiswet, het kwaliteitsdecreet, de deontologie, … De Wet Patiëntenrechten is geen doel, wel een middel voor kwaliteitsvolle en patiëntgerichte zorg. We hebben bij deze vernieuwing goed geluisterd naar het werkveld, om zo dicht mogelijk bij het huidige zorglandschap te staan.”

Hoe definieer je een patiënt?

“Een patiënt is een natuurlijk persoon die gezondheidszorg ontvangt, ‘al dan niet op eigen verzoek’. Dat is een actievere formulering dan wat er voordien stond. In de wet schreven we ook het recht op een vertrouwenspersoon in. Dat is een familielid, vriend of een andere beroepsbeoefenaar en verschilt van de door de patiënt aangewezen vertegenwoordiger. Als vertrouwenspersoon kan je een patiënt bijstaan doorheen het hele zorgtraject. Zo wordt onder meer het bezoekrecht, dat tijdens covid onder druk stond, gegarandeerd.”

Kan je als patiënt dan meerdere vertegenwoordigers of vertrouwenspersonen aanduiden?

“Een vertegenwoordiger en vertrouwenspersoon bepaal je zelf, maar nog niet veel mensen doen dit. Je kan er meerdere aanduiden, maar je moet wel een rangorde aangeven. Heb je geen vertegenwoordiger, dan geldt een cascadesysteem. Indien je als patiënt onder een beschermingsstatuut staat en er is een bewindvoerder aangesteld door de vrederechter, zal dit de eerste persoon zijn die kan optreden als vertegenwoordiger. Die rechter bepaalt wel of de Wet Patiëntenrechten onder de bevoegdheid van de bewindvoerder valt. Anders is het je partner, en zo verder. Ook daar is niets aan veranderd met deze wetswijziging. Let wel, een benoemde vertegenwoordiger zal altijd voorrang hebben op een bewindvoerder.”

Kan een minderjarige een andere vertegenwoordiger aanduiden dan iemand met ouderlijk gezag?

“Daar voerden we een uitbreiding door om het voor voogden en pleegouders makkelijker te maken. Een minderjarige die voldoende maturiteit en een redelijke beoordeling van zijn belangen aantoont, kan in theorie een andere vertegenwoordiger aanduiden. Op die manier kan een minderjarige ook zichzelf vertegenwoordigen. Bijvoorbeeld: een jonge kankerpatiënt kent de kankerbehandeling door en door en kan misschien wel beslissingen nemen over deze behandeling, maar dat wil niet zeggen dat hij ook voldoende kan oordelen over andere soorten zorgen die hij zelf nodig heeft. In de praktijk gebeurt dat dus niet.”

Hoe hou ik als verpleegkundige rekening met de Wet Patiëntenrechten?

“De Wet Patiëntenrechten is er enerzijds voor de patiënt en anderzijds voor wie een gezondheidszorgberoep uitoefent. Daarnaast bouwt deze nieuwe wettekst ook bepalingen in voor anderen die zorg verlenen zoals stagiairs, mantelzorgers en bekwame helpers. Een maatschappelijk werker valt hier bijvoorbeeld niet onder, omdat hij geen zorg verleent.”

De patiënt aan het stuur van zijn zorg, maar wat als die bepaalde zorgen weigert?

“De vernieuwde wet houdt inderdaad sterk rekening met patiëntautonomie en met wat de patiënt wil. Daarnaast is er ook de diagnostische en therapeutische vrijheid van de zorgverlener, die weet wat de patiënt nodig heeft. Die blijft ook onverkort geleden, al moet de zorgverlener door de Kwaliteitswet wel rekening houden met de wensen van de patiënt in de uitoefening van die diagnostische en therapeutische vrijheid.”

Mag de patiënt eisen dat er voldoende verpleegkundigen zijn?

“Neen. De patiënt heeft recht op een vrije keuze van zorgverlener, maar we weten dat dit onder druk staat door de tekorten. Wat we in dit recht wel versterkt hebben, is het informeren van de patiënt. Zo moet je actief de patiënt informeren over je individuele of collectieve verzekering voor beroepsaansprakelijkheid. Kan of mag een zorgverlener bepaalde zorgen niet toedienen omdat hij of zij bv. geschorst is, dan moet dit aan de patiënt gemeld worden. Op verzoek van de patiënt moet hij ook zijn beroepsbekwaamheid en ervaring aantonen.”

Hebben patiënten dan inzage in het portfolio?

“Het portfolio wordt bijgehouden in het kader van de Kwaliteitswet. De patiënt heeft geen inzage, maar wanneer hij ernaar vraagt is dit wel een handig hulpmiddel om je ervaring aan te tonen. Weiger je bepaalde zorgen toe te dienen, dan moet je te allen tijde de continuïteit van zorg waarborgen met een doorverwijzing naar iemand van dezelfde beroepsgroep en bekwaamheid. Ook daar duikt het portfolio weer op. Vanuit de federale overheid wordt volop gewerkt aan een register van praktijken om in kaart te brengen wie wat doet in de gezondheidszorg. Het zal de plicht zijn van de individuele zorgverlener om de informatie in die databank up-to-date te houden.”

De patiënt heeft rechten, maar ook plichten. Denk maar aan het geweld tegen zorgverleners. Hoe giet je dit in een wettekst?

“De gezondheidszorgbeoefenaar en de patiënt werken samen aan de optimale verstrekking van zorg en gedragen zich respectvol tegenover elkaar, andere patiënten en andere zorgverleners. Het verbod op agressie staat er dus niet letterlijk in, maar die respectvolle omgang impliceert dit wel. Ook therapietrouw en de zorgverlener correct informeren horen daarbij.”

Als patiënt heb je recht op kwaliteitsvolle informatie over je gezondheidstoestand. Hoe gaat dat in zijn werk voor patiënten die geen Nederlands spreken?

“Informatie moet kwaliteitsvol en op maat van de patiënt gegeven worden. Hoeveel informatie hij wil, dat bepaalt de patiënt zelf. Het recht op een tolk is niet opgenomen in de wet, maar wordt in het kader van kwaliteitsvolle informatie wel aangeraden op kosten van de patiënt.”

Wat met de taalkennis van de zorgverlener?

“Er is een andere wetswijziging in de maak die de taalbepalingen voor zorgverleners zal opnemen in de Kwaliteitswet. Bij het aanvragen van je visum zal je niet alleen je diploma moeten voorleggen, maar ook een bewijs van je taalkennis Nederlands, Frans of Duits.”

Gelden de taalvereisten ook voor de ouderenzorg, waar vaak verpleegkundigen uit onder meer India actief zijn? Of zijn er uitzonderingen voor bepaalde beroepen?

“De uitzonderingen gelden voor zorgverleners die een gespecialiseerde veelal eenmalige taak komen doen in België, bv. een chirurg met een heel bijzondere expertise die hier in België een specifieke operatie komt uitvoeren.”

Wat bedoelt de wet met het recht op geïnformeerde toestemming?

“De patiënt heeft het recht om geïnformeerd te worden over elke tussenkomst van een zorgverlener en vervolgens zijn toestemming al dan niet te geven. We willen daarbij streven naar shared decision-making. Het komt erop neer dat de patiënt toestemming moet geven voor het verlenen van zorg. Dat kan mondeling, schriftelijk, maar ook stilzwijgend. Kom je als verpleegkundige de kamer binnen met een bloeddrukmeter en stroopt de patiënt zijn mouwen al op, dan is dit stilzwijgend akkoord gaan.”

Mag de patiënt weigeren dat zaken worden toegevoegd aan het patiëntendossier of passages laten verwijderen, denk maar aan agressie tegen een zorgverlener?

“Neen. De patiënt heeft recht op een dossier, maar geen recht op geen dossier. Er is dus dossierplicht. Iets weigeren of laten schrappen op vraag van de patiënt mag niet, iets toevoegen wel in het kader van doelgerichte zorg. De minimale inhoud van een patiëntendossier is bepaald in de Kwaliteitswet.”

Moet je voortaan dan voor elk diagnose- of consultatieverslag bijkomende informatie zelf opvragen, aangezien de patiënt toegang heeft tot consultatieverslagen?

“Neen, de wet gaat over zorg verlenen. Patiënten krijgen dus geen inzage via achterliggende e-healthplatformen van zorgverleners. Ze kunnen wel hun eigen dossier inkijken, al dan niet bijgestaan of gedelegeerd naar een vertrouwenspersoon. Ze hebben ook recht op toelichting over de inhoud. Een patiënt kan ook een afschrift van het dossier vragen. De eerste versie is gratis, de tweede ten laste van de patiënt. Uitzonderingen die de patiënt niet kan zien, zijn gegevens over derden en de motivering van de therapeutische exceptie.”

In de praktijk hoor je vaak schrijnende voorbeelden van ouders die het dossier van hun overleden kind niet kunnen inkijken. Is daaraan gesleuteld?

“We hebben de post mortem-inzage inderdaad aangepast. Ouders konden het dossier van hun minderjarige kind enkel inkijken mits motivatie en via enkel via een zorgverlener. Zij hebben nu volledig recht op inzage en afschrift, zonder motivatie. Daarnaast hebben enkel bloedverwanten tot en met de tweede graad recht tot inzage, maar moeten ze hun aanvraag wel nog motiveren.”

Je moet patiëntendossiers minstens dertig jaar en maximaal vijftig jaar bijhouden na het laatste patiëntencontact. Binnenkort moet dit digitaal verlopen. Moet je bij inzage van het dossier historische persoonlijke notities toevoegen?

“Er zijn geen overgangsmaatregelen gestipuleerd van het papieren naar het digitale dossier. Je zou in principe die persoonlijke notities moeten toevoegen aan het patiëntendossier.”

Hoe informeer je als thuisverpleegkundige de patiënt over de zorgtarieven?

“Dit is een actieve verplichting, die ook online mag ingevuld worden. Heb je een website, dan kan je de informatie daar kwijt. Anders zal je werk moeten maken van een brochure of flyer. Dit zijn informatieve documenten of publicaties die je aan patiënten geeft. Ze dienen niet om reclame te maken. Je mag nooit patiënten ronselen, enkel bekendmaken dat je bestaat.”

De zeven patiëntenrechten

  1. Het recht op kwaliteitsvolle zorg
  2. Het recht op vrije keuze van zorgverlener
  3. Het recht op informatie over de gezondheidstoestand
  4. Het recht op geïnformeerde toestemming
  5. Het recht op een zorgvuldig bijgehouden en veilig bewaard patiëntendossier
  6. Het recht op intimiteit en bescherming van het privéleven
  7. Het klachtrecht

Recht en bio-ethiek

Professor Tom Goffin (UGent) en professor emeritus Herman Nys (KU Leuven) brengen bij Lannoo een nieuwe editie uit van hun boek ‘Recht en bio-ethiek’. Dit biedt de noodzakelijke inzichten en voorbeelden om in versterkt vertrouwen zorg te bieden. Het is een basiswerk bij de rechtsregels in de gezondheidszorg en behandelt het juridisch statuut van wie zorg verleent en van wie zorg ontvangt. Zowel studenten en professionals in de rechten, als in de geneeskunde, verpleegkunde, zorg en welzijn kunnen met dit boek aan de slag.


Nood aan nieuw beroepskwalificatiedossier VVAZ

NETWERK VERPLEEGKUNDE vraagt aan het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen (AHOVOKS) om het beroepskwalificatiedossier voor de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg (VVAZ) aan te passen. Dit is nodig om tegemoet te komen aan de recente hervormingen en door de lopende wetteksten over de verschillende verpleegkundige profielen. De VVAZ neemt een andere rol en functie waardoor het huidige beroepskwalificatiedossier niet langer voldoet aan de noden in het werkveld. Daarnaast hoopt NETWERK VERPLEEGKUNDE mee aan tafel te mogen zitten bij het samenstellen van een werkgroep voor dit beroepskwalificatiedossier.


Onafhankelijke waarderingstool voor zorgaanbieders

Vlaams minister van Welzijn en Volksgezondheid Hilde Crevits laat een digitale waarderingstool ontwikkelen voor zorgaanbieders in de residentiële ouderenzorg, zorginstellingen voor personen met een handicap, jeugdhulp en kinderopvang. Het gaat om een pilootproject van twee jaar dat deze lente start.

Hiermee wil de minister online waarderingen en reviews van gebruikers van dienstverleners in de zorgsector verzamelen op een onafhankelijk gemodereerd platform. Dit draagt bij tot het delen van betrouwbare ervaringen met het bredere publiek. Het verhoogt ook de transparantie, informatie en interactie, heeft een potentieel effect op kwaliteitsverbeteringen en schenkt aandacht aan positieve verhalen en ervaringen binnen zorg en welzijn.


Opleiding ambulanciers in volgende fase

In een persbericht laat Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts weten dat tien Centra voor Volwassenonderwijs (CVO’s) binnenkort de opleiding ambulante zorg mogen inrichten. Daarmee worden cursisten opgeleid tot de beroepskwalificatie eventhulpverlener of ambulancier niet-dringend patiëntenvervoer (NDP). Deze opleidingen zijn onder meer nodig om de kwaliteit van het patiëntenvervoer te garanderen en om de personeelstekorten in de sector te bestrijden.

De vraag naar eventhulpverleners en ambulanciers NDP is zeer groot. Deze beroepskwalificaties zijn vrij nieuw, waardoor er voor ambulanciers NDP bijvoorbeeld nog geen opleiding bestond. Onder meer beroepsorganisatie Belgambu strijdt al jarenlang voor zo’n opleiding om de kwaliteit van het patiëntenvervoer te verhogen. Zo zaten ze rond de tafel met CVO MIRAS en Katholiek Onderwijs Vlaanderen, en droegen ze actief bij aan het opstellen van opleidingsprofielen die bij de nodige beroepskwalificaties passen. Op die manier kreeg een geschikt curriculum voor de opleidingen vorm, ondersteund door de sector. De doorgroei van kandidaten, van eventhulpverlener naar ambulancier NDP en naar hulpverlener-ambulancier, stond hierbij centraal. Het resultaat is een uniform basispakket dat over heel Vlaanderen kan uitgerold worden.

Voortaan mogen dus tien CVO’s beide opleidingen van ofwel 100 lestijden van elk 50 minuten voor eventhulpverlener of 230 lestijden voor ambulancier NDP aanbieden. Het gaat om de centra in Antwerpen, Brussel, Gent, Mechelen, Leuven, Kortrijk, Genk, Herentals, Diest en Nieuwpoort. Er worden nu volop lesgevers gezocht en er wordt gewerkt aan passend cursusmateriaal. De opleidingen zouden van start gaan in september 2024.


Nursing.be legt de boeken neer

Sinds 1 februari 2024 stopte Nursing.be. Dat stond te lezen in een brief gericht aan alle abonnees. Als brede beroepsorganisatie voor verpleegkundigen in Vlaanderen kunnen we niet anders dan op dit nieuws te reageren. Wie een abonnement had op de Vlaamse versie van het tijdschrift, zal voortaan namelijk enkel nog toegang hebben tot artikels uit Nederland, gericht op het zorglandschap bij onze noorderburen. Geen nood. Netwerk Verpleegkunde magazine is het alternatief voor deze abonnees en is vandaag het enige magazine dat zich specifiek richt naar verpleegkundigen in Vlaanderen.

NETWERK VERPLEEGKUNDE vond in Nursing jarenlang een trouwe partner. Toch merkten we dat de nood aan een eigen magazine zich steeds meer opdrong. Het doorduwen van Vlaamse content bleef hardnekkig tegengehouden, en ook de financiële middelen stonden haaks tegenover de noden en interesses van onze leden. Toen we Netwerk Verpleegkunde magazine oprichtten, was het onze ambitie om ons te richten op de specifieke noden van alle Vlaamse verpleegkundigen met inhoud op maat van het Belgische werkveld. Die brede aanpak is vandaag nog steeds ons centrale uitgangspunt. Mede daardoor blijft Netwerk Verpleegkunde groeien en versterken we ons magazine negen keer per jaar met input van vakmensen verspreid over heel Vlaanderen.